Voorne’s Duintrail: Lintjes volgen

Naast een aantal wegwedstrijden zijn er inmiddels ook een paar ‘klassiekers’ op de trails. Klassiekers omdat ik ze nu voor de zoveelste keer loop, al dan niet vanwege een speciale reden. Denk aan de Trail des Fantomes maar inmiddels ook Voorne’s Duintrail. Vooral ook gericht als een soort laatste lange duurloop voor de Bello Gallico. Belachelijk eigenlijk dat je een marathonafstand loopt als lange duurloop omdat je een nog langere afstand gaat lopen. Maar ja, dat station ben ik al gepasseerd toen ik Rotterdam ‘als training’ liep in 2018 voor de Two Oceans. Bovendien is afstand in trailwereld een hele andere dimensie.

Hoe dan ook, qua planning komt hij op zich goed uit. Bovendien heb ik er wel zin in, nu dat het veel beter met me gaat denk ik dan ook dat het een stuk makkelijker zal gaan. De langste afstand is 60 km maar dat lijkt me dan weer niet handig dus doen we de 43 km. Die route ken ik, ben ik mooi voor het donker thuis en valt het met de wekker nog enigszins mee. Het belooft bovendien een prachtige dag te worden en het parcours is voor de verandering eens niet helemaal zeiknat. Als klap op de vuurpijl is het allerlaatste stukje niet meer begaanbaar, daar waar iedereen zijn schoenen verliest, je nog even een paar ijskoude klompen oploopt en alleen scheldend en vloekend op een zeer langzaam tempo de laatste loodjes hebt. De route is omgelegd en daar lopen we op asfalt. Missing all the fun? Misschien wel maar iets zegt me dat er nog genoeg ‘fun’ komt.

Voorlopig is het ondanks alles toch weer vroeg op de zondagochtend. Frank is gevraagd om bezem op de 43 km te zijn, samen met Annemarie, dus we moeten ons rond 8:00 melden. Wekkertje om 6:00 met als enige voordeel dat ik er op tijd bij ben om in te schrijven voor de Eindejaarstrail die slechts 500 inschrijvingen heeft. Zou zo maar kunnen dat we nummer 1 en 2 zijn. Met het goede maar wel koude weer valt de keuze op een thermoshirt met lange mouwen en een shirt er over. Hoef ik geen jas aan want het belooft droog te blijven. Tevens trek ik mijn nu nog nieuwe Panalp uit de kast want met 43 km is een zachte BH sowieso lekker. Een lange broek en de tenensokken maken de outfit compleet. Helemaal compleet? Nee, de muts uit Terschelling maakt het compleet!

We melden ons op tijd en er zijn weer genoeg vrienden. Maarten en Olav zien we niet, die staan al op de verzorgingspost, maar Mike, Marcel, Tony, Rene en Concetta zijn er wel, en even later zien we ook Simone. De zon komt op en ik loop naar buiten om vast wat foto’s te maken. Ze lijken erg op die van vorig jaar maar ja, ik heb een andere outfit dus daar kom ik niet mee weg en maak een paar nieuwe. Ik ben er zo mee bezig dat het ‘ineens’ 8:45 is, als de eerste wave al vertrekt. Wij gaan met de tweede wave mee om 9:00 en ook Frank en Annemarie zullen gelijk van start gaan, al is het achteraan.

Het eerste gedeelte van het parcours moet ik altijd even inkomen en dacht ik lekker mee te kunnen hobbelen met de mannen, of met wie dan ook, bungel ik op het MTB stukje toch weer achteraan met Frank en Annemarie in mijn nek. Bummer, ik had liever gehad dat ze een half uur later zouden starten maar goed. Gelukkig is het eerste stukje maar een kilometer of 2 en kan ik daarna wat snellere meters maken over de dijk. Ik zie ook nog mensen voor me lopen dus wellicht heb ik zelfs kans om niet als laatste te lopen. Die illusie verdwijnt snel want mijn langzame opstarten loopt niet parallel met de rest van de groep die lekker snel van start gaan. En het is nog maar de vraag of ik uiteindelijk nog mensen in ga halen.

Ben ik dan zo langzaam? Het ging toch beter met me? Jawel, ik loop ook wel relatief snel voor mijn doen, maar de rest is gewoon sneller. Bovendien kan ik het niet laten om onderweg toch wat foto’s te maken als ik aan de overkant van het meer de kudde wilde paarden staan. Genoeg tijd voor Frank en Annemarie om mij weer op de hielen te zitten. Ik zal het er mee moeten doen want tot aan de tweede verzorgingspost hebben ze niks anders te doen dan achter de laatste loper te blijven en dat ben ik nu eenmaal. Daarna moeten ze lintjes opruimen dus dan gaat het een stuk langzamer en verwacht ik ze wel af te kunnen schudden, net zoals ik dat vorig jaar met Olav heb gedaan, die toen de bezem was op de 43 km. Lintjes die ik overigens goed in de gaten moet houden want ik heb de route niet bij me. Dat is nog wel een uitdaging want ik zie niet altijd goed waar ik naar toe moet. Dat zijn de momenten waarop ik juist blij ben dat Frank achter me loopt want die heeft de route wel.

De eerste verzorgingspost ligt net iets onder de 8 km maar als ik goed gelezen heb is die niet voor ons bedoeld dus die sla ik over. Ik heb hem ook nog niet echt nodig. Ik heb mijn eigen eten bij me en ook mijn drinken, wat ik sowieso te weinig doe, is voldoende voor nu. De tweede verzorgingspost zit rond de 15 km, daar zal ik eens kijken wat ze in de uitverkoop hebben. Maar voordat we daar aankomen, komt er een dame achterop. Die is te laat gestart en heeft ons nu ingehaald. Ik ben stiekem blij dat ik dan toch nog ergens aansluiting heb met iemand, maar baal net zo goed stiekem dat ze gewoon 5 á 10 minuten ingelopen is en dus waarschijnlijk ook een relatief snelle loopster. Ze lijkt echter geen haast te hebben dus tot aan de verzorgingspost kan ik bij blijven, uiteraard met Jut en Jul aan mijn kont geplakt.

Bij de verzorgingspost staan Olav en Maarten en ik krijg cola en tucjes. De dame die te laat gestart is gaat vrijwel direct door terwijl ik op Frank begin te lijken. Ik blijf, te lang, ouwehoeren voordat ik aan de lange lus van 15 km richting Rockanje begin. We mogen vrijwel direct het strand op en Jut en Jul zijn gelukkig nergens te bekennen. Op het strand zie ik mijn dame weer lopen. Ik ga naar de vloedlijn waar het zand in elk geval hard is, want het is al zwaar genoeg. We hebben windkracht 100, althans zo voelt het, en hij is natuurlijk tegen. Heerlijk, ik hou er van. Stevige beat er onder en gaan met die banaan. Ik kom bij mijn dame en we spelen een beetje haasje over. Mijn basissnelheid is sneller maar ik ga ook vaker wandelen. Tegen het tijd dat we aan het einde van het strand komen loop ik toch voor en eenmaal het strand af richting het tweede strandje zie ik haar niet meer.

Na het tweede strandje mag ik het duingebied in. Dit zijn langzame en zware kilometers en ook al ken ik het hier, de route is toch wat meer strak langs het strand en het water dan echt door de duinen zoals andere jaren. Goed de lintjes in de gaten houden dus. Ik kom nu ook mensen van de 60 km tegen maar mijn dame of Jut en Jul zijn nergens te bekennen. Mooi, die heb ik afgeschud. Dan kom ik op een stukje dat ik niet ken en ik zie ook nergens een lintje. Links loopt een stenen paadje omhoog, voor mij maagdelijk strand en rechts water. Ik neem de gok naar links en kom bij een vrijwilliger uit met een soort van verzorgingspost met water en ontbijtkoek. Ik heb goed gegokt en het klopte ook dat er geen linten hingen. Nou vooruit dan maar. Van daar uit over de weg naar Quackjeswater.

Quackjeswater is ook weer een lintjes uitdaging. Door het bos kan je vaak maar één kant op maar als het te lang duurt voordat je weer een lintje ziet ga je toch twijfelen. Wat mij vooral redt is het feit dat ik het hier redelijk ken en ik weet dat het niet zo heel veel uitmaakt hoe ik loop omdat ik uiteindelijk het bos wel weer uitkom en hoe dan ook op de route. En gelukkig zie ik dan toch ook nog af en toe een lintje hangen. Eenmaal het bos uit kom ik weer in duingebied terecht. Dan kijk ik om en zie ineens mijn dame weer lopen. Shit, heeft ze me toch weer ingehaald. Ze loopt me voorbij en ik laat haar gaan. Het zij zo. Maar dat is nog niet eens het ergste. Ik zie Annemarie aan komen lopen. Dubbel shit. Ik dacht toch echt dat ik ze kwijt was. Frank is nergens te bekennen en als ik er naar vraag blijkt dat hij de lintjes opruimt en zij doorgelopen is omdat ze de AED bij zich draagt, die ook nog aan het piepen is.

Ik ben stante pede uit mijn flow, ik voel nu de pijn in mijn benen en merk ineens dat ik ook moet eten. Het is echter nog maar drie kilometer naar de verzorgingspost en besluit te wachten tot ik er ben. Foute keuze want het worden drie lange kilometers met één klein gelukje. Het stukje terug over het strand is nu wind mee. Voor mijn gevoel duurt het eeuwen voordat ik bij de verzorgingspost ben, maar eenmaal daar heb ik een paar opstekers. Olav en Maarten waren er natuurlijk al, maar ook Rene van de Liberation Trail is er en Mike. De dames van de post geven me bouillon en herkennen me van wat grappen die we vorig jaar maakten over Frank en mij dus het is lachen geblazen. De grootste opsteker is echter dat Tony, Rene en Marcel er nog staan als ik aankom. Ze gaan weliswaar net weg maar het feit dat ik vlak bij ze ben en dus niet idioot ver achter loop is een geruststellende gedachte.

Als ik wat bouillon, cola en tucjes gescoord heb is het tijd om de laatste 15 km te overwinnen. Met nadruk op overwinnen want het valt me toch zwaarder dan ik had verwacht. Dat komt vooral door mijn zware benen. Maar mijn bijnaam is niet voor niets Terminator dus ik trek een joker uit mijn mouw, trek mijn kleding recht, en mijn muts strakker over mijn oren en dan ga ik. 5 kilometer lang gaat de turbo er op, Annemarie zal wel denken, ‘wat heeft die gegeten, speed?’. Na die 5 kilometer gaat het wat langzamer maar ik heb mijn tussendoel bereikt. Ik hoef nog maar 8 kilometer, ik ben lekker opgeschoten, zit in mijn flow en ik heb zowaar de mannen weer bereikt. Marcel heeft het gehad en dat is duidelijk te merken. Ik loop ze voorbij met als enige egoïstische reden dat ik Annemarie dan niet meer achter me heb en vrij kan lopen.

Dat vrij lopen heb ik voor het resterende gedeelte van het parcours want ik kom nauwelijks nog andere lopers tegen. Een enkele wandelaar of loper van de 60 km maar dat is het dan ook wel zo’n beetje. Het geeft niet. Alleen lopend ben ik in mijn element en rustig maar gestaag maak ik mijn meters. Ik red het net niet om de 43 km binnen de 6 uur te lopen maar toch zeker wel de 42,2 km. In de laatste kilometer haal ik toch nog een paar natte voeten maar dat geeft niet, ik ben er en heb droge sokken in mijn tas zitten. Blij lever ik mijn tracker in en ga mijn tas halen. Eenmaal binnen kleed ik me lekker om en schuif aan bij de mannen die al aan het bier zitten. Olav, Maarten, Tim, maar ook Concetta en Leonie zijn er, en in de tussentijd dat ik me aan het omkleden was zijn ook Marcel, Tony en Rene binnengekomen. Nu is het wachten op Frank, waarbij ik op dat moment nog niet weet dat ze een geintje met hem uitgehaald hebben door de laatste kilometers om de 20 meter een lintje op te hangen die hij dan ook weer op moet ruimen. Het duurt dus nog minstens een uur voor hij binnen is, maar dan mag ook hij aan het bier. We kletsen gezellig na en gaan dan toch naar huis, lekker douchen en op de bank. Bovendien moet Frank Formule 1 kijken.

Het was een prachtige dag en ondanks dat ik het zwaar gehad heb ben ik toch niet ontevreden met het resultaat. Bovendien ga ik er maar weer eens vanuit dat een, in dit geval zware generale een goede uitvoering wordt. De Bello is over twee weken en dan moeten we dit rondje 4 keer lopen. We gaan het zien en aan de ene kant zie ik er tegen op om in die kou weer uren te gaan lopen en aan de andere kant kijk ik er toch ook wel weer naar uit. Nou ja, niet te veel over nadenken dan maar. Voorlopig hebben we deze weer in de pocket en misschien volgend jaar, als we geen Bello lopen, dat ik dan wel een keer de 60 km doe.

Maar dat is pas volgend jaar, eerst maar dit jaar goed afsluiten.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *