So you think you can trail: Gear

So you think you can trail: Gear

‘Een paar hardloopschoenen, een broek en een shirt’. Inmiddels weten we dat dat niet helemaal opgaat maar eerlijk is eerlijk, als ik een 10 km rondje ga lopen vanuit mijn huis op een zomerse dag zou het in theorie kunnen. Als ik datzelfde rondje ergens op de Veluwe ga crossen wordt het al een tikje uitdagender. Want voor het trailen heb je ‘gear’ nodig. 

Over schoenen hebben we het al gehad. Twee andere essentiële onderdelen van je gear bij het trailen zijn iets om je route te bepalen en iets om je zooi mee te nemen. Daarnaast heb je, net als bij het asfalt, een heel scala aan leuke hebbedingetjes, handige hebbedingetjes en misschien toch wel noodzakelijke hebbedingetjes afhankelijk van het terrein, de afstand en/of de omstandigheden.

Laten we beginnen met die route. Tenzij je het gebied op je duimpje kent zal je van tevoren een route geplot hebben, of misschien gekregen van iemand. De paden op een trail zijn nooit rechttoe-rechtaan dus iets wat je de weg wijst is noodzakelijk om niet hopeloos te verdwalen. Broodkruimeltjes achterlaten zoals Hans en Grietje gaat niet werken. Sterker nog, dat werkte bij hun ook niet waardoor ze bij de heks eindigden. Er zijn twee manieren. Je kan een route in je hardloophorloge zetten als deze functionaliteit ondersteund wordt. Makkelijk, simpel, met signalen kan je aan laten geven wanneer je volgende afslag is en welke je moet hebben. Bovendien krijg je een foutmelding als je, je raadt het niet, fout loopt. Afhankelijk van het type horloge heb je een meer of minder gedetailleerde kaart en zitten er extra functionaliteiten op zoals ‘ga terug naar het begin’ als je het helemaal zat bent of toch nog soort van verdwaald. Nadelen van een route in je horloge is dat de batterij veel sneller leegloopt en als het beoogde pad plotseling niet meer bestaat of onverhoopt niet toegankelijk is, het lastig is om een alternatief te vinden. Over routes en routes maken gaan we het overigens nog wel hebben.

De tweede manier is met een GPS handheld. Werkt vergelijkbaar door er een route in te zetten en deze te volgen. Het werkt anders omdat er meestal geen piepjes en bliepjes zijn bij een afslag, je moet hem in je hand houden en meestal gaat het scherm uit om batterij te besparen. Batterijen zijn dan wel weer vervangbaar als ze leeg zijn dus afhankelijk van hoeveel batterijen je bij je hebt kan je hem eindeloos gebruiken. Het andere grote voordeel is dat je veel makkelijker in- en uitzoomt en bij het zoeken van een alternatieve route kan da  relatief makkelijk. Dus als dat volledig ondergelopen gebied op je route ligt kan je goed kijken hoe je er omheen moet lopen om daarna toch je route weer te vervolgen. Zo raak je minder snel ‘van het padje af’. In het Mastbos misschien minder spannend maar op de Hoge Venen waar menig loper toch wel uitdagende momenten gekend heeft kan het van levensbelang zijn.

‘Hoe zit het dan met mijn telefoon? Daar zit toch ook gewoon GPS op en met Google Maps kan ik dan toch ook mijn weg vinden?’ Yup, dat klopt. In theorie kan dat. Tot je in Meijendel bij Scheveningen loopt en je er achter komt dat de GPS van je telefoon wel je locatie aangeeft, maar omdat het datanetwerk daar niet werkt en daardoor de plattegrond in Google Maps, of welke Maps dan ook, niet laadt, je nog niet weet waar je bent, laat staan waar je naar toe moet. En ja, dat weet ik uit eigen ervaring. Bovendien weet ik niet hoe het met jouw telefoon zit, maar na zes uur hobbelen met muziek aan en foto’s maken onderweg begint de mijne toch écht een beetje te piepen over een leeg batterijtje. Batterij die ik liever bewaar om te kunnen bellen in een noodgeval. Dus het advies is, zet de route op je horloge en bij langere en/of uitdagendere trails, neem een GPS handheld mee. Die gebruik ik als basis met het horloge als back up.

Nu dat we de route verzekerd hebben komen bij ‘iets om je zooi mee te nemen’. Een trailvest is dan het meest geschikte. Tenslotte heb je iets nodig waar die telefoon, die GPS handheld en in elk geval eten en drinken in past. Even los van reservebatterijen, je jasje voor als het gaat regenen, een warmtedeken voor noodgevallen, misschien een EHBO kitje, een beker om uit te drinken, zakdoekjes, zonnebrand, paracetamol, vaseline, een reservebuff, desinfectiegel, een tekentang, misschien een powerbank en eventuele andere zooi die je mee wil nemen. Allemaal afhankelijk natuurlijk van terrein, duur, afstand en met wie je loopt. En soms ook wat er vereist wordt bij bepaalde evenementen.

Je hebt verschillende soorten en maten vesten, maar het grootste verschil zit hem wat mij betreft, naast het formaat, in of je een waterzak kwijt kan of niet. De meeste vesten kunnen wel met softflasks aan de voorkant overweg maar ik vind dat niet prettig lopen en heb dus liever een waterzak op mijn rug. Kan ik de zakken aan de voorkant gebruiken voor andere dingen. Ook belangrijk bij een vest is dat hij lekker zit en goed afgesteld is want als je er 100 km mee moet lopen wil je dat hij zo min mogelijk gaat knellen, aan je schouders trekt of in je zij schuurt. Als laatste de vraag, kan je er alles in kwijt wat je er in kwijt moet? Vergeet dan ook bijvoorbeeld stokken niet.

‘Stokken? Dat is toch iets voor oude mensen die aan Nordic Walking doen?’ Ja, en voor trailrunners. Om twee redenen. Bij zeer heuvelachtig en steil terrein, en dan bedoel ik niet een duin in Scheveningen maar wel een verticale helling in de Ardennen, zijn stokken zeer nuttig, zowel omhoog als omlaag. Om op te leunen, om je evenwicht te bewaren, als extra ondersteuning of om er voor te zorgen dat je een goede loophouding behoudt. De andere reden is vooral de ondersteuning en het rechtop blijven lopen als je al heel lang en heel ver gelopen hebt, en nog heel lang en heel ver moet lopen. Met de stokken verdeel je toch een beetje gewicht tussen benen en armen, blijf je makkelijker rechtop én het geeft een soort ritme aan om door te blijven lopen. Stokken dus.Inklapbaar die je weg wil kunnen stoppen in je vest.

‘Een GPS, een vest, stokken, dat is het dan toch wel zo’n beetje? Met alles wat je net genoemd hebt wat er dan ook nog in je vest gaat?’ Eens kijken, wat hebben we nog meer? Specifieke zaken voor verschillende omstandigheden. Kom je ergens in het donker te lopen, dan heb je een hoofdlamp nodig. En dan niet zo’n prutcampingding maar iets wat een beetje fatsoenlijk licht geeft. Tenslotte moet je rennend boomwortels en puntige stenen ontwijken dus die wil je wel van tevoren aan zien komen. Net als dat gat in de grond en die diepe plas. Een hoofdlamp die ook wel lekker zit want als je de hele nacht door moet heb je hem toch zo’n acht uur op je hoofd. Standje hoog voor als het écht donker is, standje laag als het volle maan is en iets er tussenin als het regent.

Dan hebben we alles wel zo’n beetje gehad. Oh nee, ik vergeet de gaitors bij heel zanderig terrein! Een soort sokken die je om je schoenen bindt om te voorkomen dat ze met iedere stap gelijk helemaal vol met zand zitten. Handig in de Sahara tijdens de Marathon de Sable. Of een willekeurig rondje in Meijendel, de Loonse en Drunense Duinen, Egmond of Schoorl. Zonnebril en petje tegen de zon. Ik heb standaard muziek en mijn standaard voor de telefoon mee. Handschoenen voor de stokken. Oh en wat losgeld ook weer voor die noodgevallen. En als dame ontbreken de tampons ook niet. Ook daar heb ik een keer dankbaar gebruik van gemaakt.

Nou, valt allemaal wel mee toch? Niet veel meer dan de inhoud van een gemiddelde damestas. Gear. You gotta love it! 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *